Leerkring eenzaamheid onder jongeren
Eind 2018 is de leerkring eenzaamheid onder jongeren ontstaan door een initiatief van Twentse Noabers Coöperatie in samenspraak met een burger uit Hengelo, Tom Morssink. Het doel van de leerkring is om het maatschappelijke probleem van eenzaamheid onder jongeren aan te pakken. Voor eenzaamheid onder ouderen is immers al veel (publieke) aandacht. De leerkring bestaat uit burgers, onderzoekers, studenten, eenzame jongeren en gepensioneerden enerzijds en anderzijds bestaat de leerkring uit vertegenwoordigers van Humanitas, Wijkracht en de gemeente Hengelo als experts in het sociaal domein.
Qua aanpak heeft de leerkring de voorbije maanden onder meer storytelling en design thinking gebruikt als methoden om te kijken wat het probleem is op het gebied van eenzame jongeren in Hengelo en omgeving. Er zijn een vijftal bijeenkomsten geweest om samen te werken aan duurzame activiteiten, om initiatieven te bespreken en om verhalen van eenzame jongeren aan te horen. De problematiek en het vraagstuk heeft een geweldige aantrekkingskracht op diverse groepen in de Twentse samenleving. Zo zijn bijvoorbeeld studenten van Universiteit Twente aangesloten, die zich enerzijds herkennen in de problematiek en anderzijds hun theoretische expertise in zetten om het vraagstuk scherp te krijgen. Mensen zijn zo enthousiast dat ze uit de volledige regio aanhaken
Voor de week van de eenzaamheid, begin oktober 2019 hebben we een campagne opgezet. Deze campagne, met verhalen van de deelnemers van de leerkring, ging als lopend vuurtje de afgelopen twee maanden op Linkedin en Facebook. Nieuwe mensen sloten vervolgens aan bij de leerkring en nieuwe verhalen zorgden voor inspiratie om verder te gaan met ons vraagstuk.
Een van de belangrijkste bevindingen tot nu toe is:
• We constateren dat professionele organisaties, vrijwilligers organisaties en gemeente niet of nauwelijks samenwerken.
• Er is nog onvoldoende aandacht voor de problematiek van eenzame jongeren
• De leerkring is een community die graag wil blijven voortbestaan als community om verhalen te delen en als springplank kan dienen voor eenzame jongeren en voor professionals die graag met dit thema aan de slag willen.
Er is nog relatief weinig bekend over eenzaamheid onder jongeren. Het thema is dit jaar wat groter geworden in de Nederlandse samenleving. Vanuit het ministerie is er wat aandacht voor gekomen. Het probleem wordt onderschat. In Tilburg is onderzoeker Gerine Lodder bezig met dit thema.
We weten dat jongeren social media gebruiken om met elkaar te communiceren. Dit is enerzijds positief en anderzijds gaat dit ook ten koste van het fysieke contact. Toch willen we een modern middel gaan inzetten om jongeren te bereiken. We willen podcasts gaan maken met als doel meer bekendheid te generen over het onderwerp, maar ook wat je kunt doen en hoe je het kunt doen. Met andere woorden we laten experts van Humanitas en Wijkracht aan het woord, in gesprek met de jongeren zelf.
Wij willen door een project deze problematiek in Hengelo aanpakken. Wij willen begin 2020 hier mee starten en het project voor de zomervakantie 2020 afronden.
Projectvoorstellen:
1: We willen 5 a 10 podcasts maken om de problematiek onder jongeren zichtbaar te maken door experts met eenzame jongeren te laten praten. Deze gaan we verspreiden we via social media. En door jongeren aan te moedigen zich zelf te melden.
2: We willen samenwerking bevorderen. Daarvoor willen we mensen bij elkaar brengen en via een infografic een convenant laten ondertekenen gericht op het oppakken van eenzaamheid onder jongeren.
3: We willen de leerkring als Community laten voortbestaan . De leerkring begeleid het project en wil door de activiteiten tevens bijdragen aan het versterken van cognitieve vaardigheden/sociale vaardigheden onder eenzame jongeren.
De leerkring is een afspiegeling van de Twentse samenleving. Er zitten jongeren in met allerlei problematieken en met eenzaamheidsgevoelens, er zitten experts in, onderzoekers, gepensioneerd. Het is een multidisciplinaire groep mensen die regelmatig aangevuld worden met nieuwe mensen en dus nieuwe inzichten.
Het Twentse Noabersfonds stelt een bijdrage beschikbaar waarmee technische ondersteuning bij de productie van de podcasts mogelijk wordt gemaakt.
De podcasts kan je afluisteren op eenzaamheidonderjongeren.nl
Twentse Noabers – leerkringbijeenkomst d.d. 3 maart 2021: lees hier meer
Karin van den Driesche, Elke ter Huurne en Ria Wolkorte (TOPFIT Citizenlab), Tim Jongman (Twentse Noabers) 30-11-2020
Josien heeft met andere buurtbewoners een project opgezet in haar wijk waarmee zij proberen eenzaamheid onder buurtbewoners te verminderen. Het project groeit flink en veel deelnemers zijn erg enthousiast. Nu merkt Josien wel dat er veel doorloop is van vrijwilligers. Zij vraagt zich af wat daar de reden voor is en hoe zij dit zou kunnen veranderen. Dit is slechts één van de vele vragen die kunnen leven bij burgerinitiatieven. Vanuit wetenschappers leeft er vaak de vraag hoe zij met hun onderzoek zo goed mogelijk kunnen aansluiten bij vragen uit de maatschappij. In de leerkring hebben vertegenwoordigers van burgerinitiatieven en wetenschappers uitgezocht waar en hoe ze elkaar kunnen versterken.
In de leerkring citizen science zijn we in 4 bijeenkomsten samen met burgers en burgerinitiatieven aan de slag gegaan met het thema burgerwetenschap. De leerkring werd georganiseerd door de Twentse Noabers en het TOPFIT Citizenlab.
Twentse Noabers is een coöperatie van en voor burgerinitiatieven (initiatieven vanuit burgers om (lokale) vraagstukken aan te pakken) met als doel Twente gezamenlijk sterker te maken. Dat doen zij door het vinden, verbinden en versterken van burgerinitiatieven in Twente, het ondersteunen van vakmanschap in buurten en wijken, en het bieden van expertise, netwerk en verbinding voor bedrijven, (semi)overheid en maatschappelijke organisaties.
TOPFIT Citizenlab is een samenwerking van verschillende partijen in Twente, waaronder kennisinstellingen, zorginstellingen, stichtingen en bedrijven. Het doel van TOPFIT Citizenlab is het realiseren van een duurzaam Citizenlab, gericht op zorg, welzijn, gezondheid & technologie. Daarmee wil het bijdragen aan het gezonder maken van de Twentse bevolking en het verhogen van de kwaliteit van leven in deze regio. De komende jaren (einddatum begin 2023) worden de structuur en infrastructuur van het Citizenlab ingericht en randvoorwaarden geregeld. In verschillende pilots wordt kennis en ervaring opgedaan om de structuur, inhoud en business cases van het Citizenlab vorm te geven.
Burgerwetenschap
Burgerwetenschap, ook wel citizen science genoemd, kent verschillende definities. Binnen TOPFIT Citizenlab is het gedefinieerd als “onderzoeksactiviteiten waarin burgers en wetenschappers (en eventueel andere partijen) samenwerken om tot waardevolle kennis te komen: waardevol voor individuele burgers, waardevol voor de wetenschap, waardevol voor de maatschappij.”
Belangrijke componenten van burgerwetenschap zijn de centrale rol van burgers en de meerwaarde die het moet hebben voor zowel burgers (deelnemers) als onderzoekers en maatschappij. Een initiatief kan ontstaan vanuit een vraag van burgers, maar het kan ook vanuit de wetenschap worden gestart. Belangrijk is om gedurende het gehele project burgers te betrekken en hun bijdrage te waarderen en onderkennen. Ook een laagdrempelige en praktische insteek van het project, heldere communicatie en een goede terugkoppeling van de resultaten zijn voorwaarden voor succesvolle burgerwetenschap.
Burgerwetenschap kan leiden tot nieuwe kennisontwikkeling en educatie, maar ook tot verbetering van de persoonlijke situatie, of de situatie van anderen en/of de maatschappij. Tevens kan het invloed hebben op beleid.
Rollen van burgers en wetenschappers binnen burgerwetenschap
Bij burgerwetenschap kunnen burgers en wetenschappers verschillende rollen hebben, passend bij hun wensen & mogelijkheden en de vraagstelling van het onderzoek. De mate waarin burgers en wetenschappers betrokken zijn bij burgerwetenschapsprojecten hangt met elkaar samen en kan uiteenlopen van intensief tot beperkt. Burgers kunnen betrokken zijn bij het verzamelen van gegevens, bijv. door mee te doen aan tellingen. Op deze manier wordt met behulp van een grote groep burgers veel data verzameld. Burgers kunnen een rol hebben in het meedenken met onderzoekers, bijvoorbeeld bij het formuleren van de onderzoeksvraag, het opstellen van een vragenlijst, of het werven van deelnemers voor een project. Wanneer burgers ook betrokken zijn bij de besluitvorming, staan zij naast onderzoekers. Samen worden beslissingen genomen over onderwerpen, methoden en inhoud van het onderzoek. Tot slot kunnen burgers ook initiator en uitvoerder van het onderzoek zijn. Ze starten dan bijv. hun eigen onderzoek en vragen onderzoekers om hierbij aan te haken. Burgers staan dan aan het roer, wat ook wel extreme burgerwetenschap wordt genoemd.
Burgerinitiatieven & burgerwetenschap, Burgerinitiatief of burgerwetenschap
Burgerinitiatieven zien niet direct de noodzaak om een initiatief volledig als burgerwetenschapsproject op te zetten. Ze zien echter wel sterk de meerwaarde van samenwerking met wetenschappers op specifieke momenten in hun project. Daarbij heeft de inzet van methodes uit de burgerwetenschap hun voorkeur aangezien ze graag de kennis en ervaring van de mensen in het project willen inzetten om onderzoek zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de context van het project. Ook ondervinden burgers zo meer eigenaarschap en wordt er bewustwording gecreëerd.
De meerwaarde van burgerwetenschap vanuit het perspectief van burgerinitiatieven
Burgerwetenschap kan op verschillende momenten binnen een burgerinitiatief worden ingezet, waarbij het vaak wenselijk is om in een vroeg stadium desamenwerking tussen burgerinitiatieven en wetenschap te starten. Tijdens een project kunnen op verschillende momenten vragen spelen die zich lenen voor (wetenschappelijk) onderzoek. In de voorbereidings- of uitvoeringsfase kan wetenschap bijvoorbeeld bijdragen aan het onderbouwen van keuzes binnen een project of sturing geven aan het project. Zo kan de wetenschap helpen om uit te zoeken hoe je vrijwilligers kunt behouden voor een project, of hoe je bepaalde mensen bereikt voor deelname aan een project. Ook kan wetenschap helpen bestaande kennis over het onderwerp inzichtelijk te maken. Daarnaast kan wetenschap ondersteunen bij het duiden van belangrijke begrippen, zodat alle betrokkenen ‘dezelfde taal spreken’. In de evaluatiefase kan wetenschap helpen om de effectiviteit van een project aan te tonen. Dit is – voornamelijk richting (potentiële) financiers – belangrijk om de impact of het effect van een project hard te kunnen maken. Ook is het motiverend voor deelnemers en vrijwilligers om te zien wat een project heeft opgeleverd. Daarnaast kan wetenschap op overstijgend niveau helpen bij kennisoverdracht tussen de verschillende initiatieven. Er is nu geen centrale plek voor kennisuitwisseling, waar de verschillende projecten van elkaars aanpak kunnen leren.
Aanpak
Burgerinitiatieven en betrokken burgers staan in het algemeen open voor onderzoek. Hierbij is het gewenst dat het onderzoek een praktische insteek kent en aansluit bij de vraagstukken die leven in de samenleving. Op deze manier ervaren burgers direct de toegevoegde waarde van burgerwetenschap. Om burgers mee te krijgen bij de uitvoering van het onderzoek, is het daarnaast van belang om de voordelen van het onderzoek te communiceren; bijvoorbeeld waarom de extra (tijds)investering opweegt tegen de opbrengsten van het onderzoek. Vertegenwoordigers van de burgerinitiatieven kunnen een belangrijke rol spelen in de communicatie hierover, omdat zij de deelnemers van de initiatieven goed kennen en het beste weten welk taalgebruik en welke aanpak het beste aansluit bij de verschillende doelgroepen.
Voorbeeld: meten van effectiviteit
Een groot deel van alle burgerinitiatieven ontvangen financiële ondersteuning, bijvoorbeeld vanuit de gemeente of provincie. Deze financiers vragen steeds vaker aan initiatieven om aan te tonen hoe effectief het project is, ofwel op het gebied van maatschappelijke impact ofwel op het gebied van kosteneffectiviteit.
Financiers zijn aan de ene kant gevoelig voor harde feiten, maar aan de andere kant helpen concrete voorbeelden ook om de waarde van het project te verduidelijken. Waar burgerinitiatieven vaak vanuit emotie en de praktijk opereren, werken beleidsmakers en wetenschappers vaak vanuit rationale en theorie. Juist door deze perspectieven samen te brengen en aanvullend op elkaar te laten zijn, wordt meerwaarde gecreëerd.
Om een project te evalueren moet worden vastgesteld welke uitkomstmaten hiervoor van belang zijn. Dit moet worden uitgezocht vanuit het perspectief van zowel de initiatieven als de financiers. Hierbij kan worden gekozen voor zowel sociaal-maatschappelijke als kosten-effectiviteitsuitkomsten. Bij uitkomstmaten spelen soms verschillende belangen. Zo wil een gemeente soms weten of bepaalde kwetsbare groepen of minderheden bereikt worden. Initiatieven willen deze gegevens echter niet altijd registreren omdat het een drempel voor deelname kan opwerpen of stigmatiserend werkt.
Mogelijke rol van de wetenschap:
- Uitzoeken welke effecten volgens verschillende stakeholders relevant zijn voor het specifieke project en in overeenstemming de benodigde uitkomstmaten kiezen;
- Effectiviteitsonderzoek uitvoeren;
- Rapport produceren dat kan worden gedeeld met financiers;
- Mogelijke verbeterpunten delen met het burgerinitiatief.
Methoden
In burgerwetenschap ligt de nadruk op samenwerken op gelijkwaardige basis, zodat zowel burgers als wetenschappers zich bij het project betrokken voelen en eigenaarschap ervaren. Bij het opstellen van de vraag en het kiezen van een geschikte methode helpt een nauwe samenwerking met burgers om dit zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de context. Bij het onderzoek kunnen diverse methoden ingezet worden, afhankelijk van de vraag. Voor het beschrijven van bijv. meningen, ervaringen of beweegredenen zijn kwalitatieve methoden passend en worden bijv. interviews of focusgroepen ingezet of observaties gedaan. Ook co-creatie, storytelling, future scenarios of affinity mapping zijn methodes die goed passen binnen burgerwetenschap. Wanneer feitelijke gegevens nodig zijn, bijv. afname van eenzaamheid, aantal deelnemers per activiteit, of mate van gewichtsverandering, is kwantitatief onderzoek passend. Methoden die dan ingezet kunnen worden zijn vragenlijsten, sensoren (bijv. stappentellers) of kosteneffectiviteitsanalyses. Deze methoden worden ook ingezet bij traditioneel onderzoek, maar bij burgerwetenschap is er een actieve rol voor burgers. Vragenlijsten of interviews worden bijvoorbeeld samen met of door burgers opgesteld, uitgevoerd en/of geanalyseerd
De meerwaarde van burgerinitiatieven vanuit het perspectief van burgerwetenschap
Burgerinitiatieven kunnen een goede ingang zijn voor wetenschappers die in contact willen komen met verschillende doelgroepen in de samenleving. Doordat burgerinitiatieven zijn opgericht door en voor burgers, kunnen zij een brug vormen tussen onderzoekers en burgers. Burgerinitiatieven kunnen ook goed de actuele onderwerpen benoemen die spelen in de maatschappij. Doordat burgerinitiatieven vaak vanaf het begin inzetten op het betrekken van alle belanghebbenden, zijn de contacten met andere stakeholders regelmatig al aanwezig. Tevens biedt het kennisinstellingen de mogelijkheid om studenten een onderzoek te laten uitvoeren binnen een burgerinitiatief, als onderdeel van hun studie. Studenten leren hierdoor maatschappelijke vraagstukken kennen en doen ervaring op in de praktijk.
Toekomstige samenwerking TOPFIT Citizenlab en burgerinitiatieven
Deze leerkring is zowel door de deelnemende burgers en burgerinitiatieven als door de onderzoekers van het Citizenlab als waardevolervaren. Alle partijen blijven graag met elkaar in contact en zien de meerwaarde van (het verkennen van) een toekomstige samenwerking. Vooral de combinatie van de praktische gevoelsaanpak van burgerinitiatieven en de rationale wetenschapsaanpak van onderzoekers wordt gezien als potentieel zeer succesvol in het bewerkstelligen van resultaat op de lange termijn.
Aandachtspunten voor het TOPFIT Citizenlab vanuit de burgerinitiatieven
Het TOPFIT Citizenlab wordt de komende 2 jaar vormgegeven. Gedurende de leerkring hebben burgerinitiatieven enkele aandachtspunten meegegeven aan het Citizenlab. Zij geven aan dat het belangrijk is dat het Citizenlab zorgt voor meer zichtbaarheid in de maatschappij. Communicatie over het Citizenlab wordt als cruciaal ervaren, zodat burgers het Citizenlab leren kennen en weten wat het Citizenlab voor hen kan betekenen. Hiervoor helpt het als concrete projecten als voorbeeld ingezet kunnen worden. Ook dient er aandacht te zijn voor het vergroten van de toegankelijkheid van de wetenschap vanuit burgers en voor het zo laagdrempelig mogelijk maken van deelname aan burgerwetenschap. Het advies is om de ideeën voor de toekomst nu alvast in de praktijk te brengen en evalueren.
Vervolgstappen
Op korte termijn zullen afgevaardigden van het Citizenlab en burgerinitiatief Wijkvoorziening ’t Doesgoor bekijken of er een mogelijkheid is voor een gezamenlijk onderzoek naar het aantonen van de effectiviteit van burgerinitiatieven. Daarnaast kunnen burgerinitiatieven, indien zij daar behoefte aan hebben, door het Citizenlab in contact gebracht worden met afdelingen of opleidingen binnen de kennisinstellingen. Om het Citizenlab verder vorm te kunnen geven, blijven vertegenwoordigers van het Citizenlab graag in gesprek met de burgerinitiatieven. Toekomstige contacten daarvoor zullen via Tim Jongman van Twentse Noabers plaatsvinden. Tot slot zal in het voorjaar van 2021 een vervolgafspraak gepland worden om te kijken in hoeverre verdere samenwerking tussen het Citizenlab en burgerinitiatieven wenselijk en mogelijk is.
Contact
Voor vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze samenvatting kunt u contact opnemen met één van de onderzoekers of de Twentse Noabers, via onderstaande mailadressen:
- Karin van den Driesche, TOPFIT Citizenlab: c.j.h.m.vandendriesche@utwente.nl
- Elke ter Huurne, TOPFIT Citizenlab: e.d.terhuurne@saxion.nl
- Tim Jongman, Twentse Noabers: timjongman@gmail.com
- Ria Wolkorte, TOPFIT Citizenlab: r.wolkorte@utwente.nl